Deze uitspraken en stopwoordjes riepen jullie vroeger op het schoolplein

Giorgio en Vanessa vroegen de luisteraars van Turn Up! welke stopwoordjes en straattaal zij vroeger op het schoolplein gebruikten. Dat kan van stad tot stad namelijk nog best wel eens verschillen. Hieronder check je de tien meest voorkomende antwoorden.

1. DENK JE IS FISSA?
Wanneer iemand te enthousiast, te gretig of gewoon een beetje dom deed.

2. GESKOT

Geskot, gedist, geflashed... Sommigen zeiden zelfs 'bokkie bokkie sik sik' wanneer ze de ander belachelijk maakten.

3. Tjappie

Was iemand een sukkel, dan noemde je die een tjappie.

4. BEZEM

Nee, niet om mee schoon te maken. Zo werd iemand genoemd die suf of stijfjes was.

5. MOS

Als iemand je mattie was, dan was het je mos. Dit woord komt uit het Kaapverdiaans.

6. Hibba

Had je de 'hibba', dan had je de zogenaamde 'schande' van de groep.

7. SKERE TIJDEN

Skeer = blut. Dus zag iets of iemand er cheap of gaar uit, dan was dat skeer en had je te maken met 'skere tijden'.

8. Brokko

Je kan stukgaan, maar als je brokko gaat, is iets pas écht grappig.

9. Bruja/broeja

'Bruja' is een Spaans woord voor heks, maar onder Nederlandse jongeren werd en wordt het vooral gebruikt wanneer iets of iemand fucked up is. Of letterlijk: onrustig of wild. Die betekenis komt uit het Surinaams

10. Jantje klappen

In plaats van 'een jointje roken' gingen sommigen een 'jantje klappen'.