FunX

25 jaar na Srebrenica-genocide: "Ik zoek nog elk jaar naar het lichaam van mijn oma"

foto: EPA
  1. Newschevron right
  2. 25 jaar na Srebrenica-genocide: "Ik zoek nog elk jaar naar het lichaam van mijn oma"

Besef, de grootste genocide in Europa na de Tweede Wereldoorlog vond nog maar 25 jaar geleden plaats in het Bosnische plaatsje Srebrenica. Tijdens die genocide werden binnen enkele dagen meer dan 8000 moslimmannen en -jongens vermoord. Tot op de dag van vandaag wordt er nog gezocht naar lichamen. Ook voor de Nederlandse geschiedenis is dit een zwarte bladzijde, aangezien Nederlandse troepen de Bosnische enclave moesten beschermen en daarin faalden.

Dit stukje gedeelde geschiedenis krijgt helaas niet de aandacht die het zou moeten krijgen. Dat vindt ook het Bosnian Girl-collectief die de campagne Srebrenica Is Nederlandse Geschiedenis startte om ervoor te zorgen dat deze gebeurtenis niet uit ons geheugen verdwijnt. Daria Bukvić, die deel uitmaakt van het collectief, vertelde hier meer over. Ook spraken we met drie Bosnisch-Nederlandse jongeren over de tragische gebeurtenissen die zij en hun familie hebben meegemaakt en de gevolgen die het voor hen heeft tot op de dag van vandaag.

WAT GEBEURDE ER IN SREBRENICA?

Veel Bosnische moslims (Bosniakken) vluchtten tijdens de oorlog in Joegoslavië naar Srebrenica, omdat de Verenigde Naties de stad had uitgeroepen tot 'veilig gebied'. In Srebrenica moesten Nederlandse VN-militairen, toen bekend als Dutchbatters, het gebied en de Bosnische moslims beschermen tegen de Bosnisch-Servische troepen. Dutchbat faalde daarin en het gebied werd ingenomen. Veel mannen en jongens sloegen na de val van Srebrenica op de vlucht. De overgebleven mannen en jongens? Die werden met hulp van Dutchbat gescheiden van de vrouwen, kinderen en ouderen. Hierna werden de mannen en jongens gedeporteerd en vervolgens geëxecuteerd door de Serviërs.

WEINIG AANDACHT

Deze tragedie wordt jaarlijks op 11 juli herdacht. Ondanks dat Nederland hier ook een aandeel in had, lijkt er steeds minder aandacht voor de genocide te zijn. Dat is onder andere terug te zien in het Nederlandse geschiedenisonderwijs, zo blijkt uit een groot onderzoek van vredesorganisatie Pax. Daarin staat het volgende:

"De val van de enclave en de genocide op de Bosniak mannen en jongens zelf komen in de meeste lesmethoden voor basis- en voortgezet onderwijs zeer beknopt ter sprake. Uit de analyse blijkt tevens dat de meeste leermiddelen de brede historische context van de oorlogen in voormalig Joegoslavië, of de aanloop naar ‘Srebrenica’ en de gebeurtenissen tijdens de val van de enclave nauwelijks bespreken."

‘SREBRENICA IS NEDERLANDSE GESCHIEDENIS’

Om ervoor te zorgen dat de genocide in Srebrenica niet vergeten wordt, bundelde het Bosnian Girl-collectief de krachten. Het collectief - bestaande uit Emina Ćerimović (beleidsmedewerker), Ena Sendijarević (filmmaker), Arna Mačkić (architect) en Daria Bukvić (theaterregisseur) - startte daarom dit jaar de campagne Srebrenica Is Nederlandse Geschiedenis. "Bosnië speelt bij ons alle vier een grote rol in ons leven. Als vluchteling draag je dat met je mee", legt Daria uit. "We wilden graag iets betekenen voor de Bosnische community, omdat het ons opviel dat de aandacht in de media voor de herdenking van Srebrenica ieder jaar minder leek te worden."

Het Bosnian Girl-collectief. Foto: Robin de Puy

Petitie

Door middel van een petitie wil het collectief onder andere zorgen voor een nationaal monument in Den Haag waar alle burgers de gebeurtenis kunnen herdenken. "Een nationaal monument zou letterlijk het erkennen van Srebrenica als Nederlandse geschiedenis betekenen. Het zou heel goed zijn als alle betrokkenen een fysieke plek hebben om te kunnen herdenken." Ook wil het collectief dat er ieder jaar een structurele financiering komt van de overheid voor de herdenking en dat de genocide in Srebrenica beter geïntegreerd wordt in het Nederlandse geschiedenisonderwijs. Mét voldoende aandacht voor de slachtoffers. Dit zodat de geschiedenis op een inclusieve manier onderwezen wordt aan alle Nederlandse jongeren.

Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.

TIJDELIJK MONUMENT EN PORTRETTEN

Tot op de dag van vandaag is er nog geen enkel monument in Nederland om de genocide te herdenken. Het Bosnian Girl-collectief zorgde ervoor dat er vanaf 11 juli drie weken lang een tijdelijk monument op het Plein in Den Haag zal staan met 25 portretten, gemaakt door fotograaf Robin de Puy, van verschillende 25-jarige Bosnische Nederlanders. Een van die 25-jarigen is Adnan Nekic.

Adnan verloor zijn oom en opa van moederskant. Hun lichamen zijn nog niet teruggevonden, iets wat nog steeds voor veel verdriet zorgt. Maar Adnans familie zal de hoop nooit opgeven. "De kans wordt elk jaar weliswaar steeds kleiner, maar we blijven de hoop houden dat hun lichamen ooit terug worden gevonden, zodat het een plekje kan krijgen om te rusten. Het hoofdstuk kan op die manier voor een deel worden afgesloten."

Forensisch team

Drie jaar na de val van Srebrenica, in 1998, was het voor Adnans familie uiteindelijk mogelijk om te vertrekken naar Nederland. Adnans moeder heeft haar bloed afgestaan aan een forensisch onderzoekscentrum in Bosnië. Het hele jaar door is een forensisch team op zoek naar nog niet gevonden lichamen van mensen. Zodra de lichamen van Adnans oom en opa worden gevonden, wordt zijn moeder meteen op de hoogte gesteld.

NIEUWE HOOP

Maar onlangs kreeg Adnans familie ook een tip van een Servische man die mogelijk zou weten waar zijn oom ongeveer was gestorven. "Het is een schatting, dus het blijft lastig. Die man wees een plek aan waar mijn oom volgens hem om het leven kwam. Mijn moeder heeft ongeveer een idee van waar mijn oom is gestorven en het verhaal kwam redelijk overeen. Toen we dat hoorden, gaf het weer een stukje hoop. Het zorgde voor veel emoties bij mijn familie. Wie weet komt daar nog iets uit.”

Door mee te doen aan de campagne Srebrenica Is Nederlandse Geschiedenis wil Adnan zijn betrokkenheid tonen. “De herdenking op 11 juli en de emoties van alle mensen raken mij ieder jaar weer. Het is zo’n belangrijke dag. Deze genocide moet niet worden vergeten. Door hieraan mee te doen, wil ik laten zien dat ik durf te zeggen dat het ook onderdeel is van de Nederlandse geschiedenis.”

Portret van Adnan Nekic. Foto: Robin de Puy

GEVLUCHT IN DE BOSSEN

“Voor mij is het ieder jaar op 11 juli belangrijk om stil te staan bij de genocide. Vaak zijn de dagen ernaartoe heel zwaar. Zelf ben ik familieleden kwijtgeraakt en nog steeds worden er ieder jaar lichamen gevonden die op die dag begraven worden. Het is ontzettend zwaar om te zien.” Lejla Ibisevic was nog maar een baby toen haar vader en oom samen met een groep andere mannen de bossen in vluchtten. Ze bleef alleen achter met haar moeder en een aantal andere familieleden, waaronder haar oma. Zelf maakte ze de tragische periode niet bewust mee, maar kreeg ze wel veel verhalen uit die traumatische periode mee van haar familieleden.

“Mijn oma vertelde mij altijd dat ik op het balkon om papa riep. Ze zegt ook altijd: ‘Jij was als baby de reden dat wij het met z’n allen hebben overleefd, want jij hield de hoop nog levend.’ Mijn moeder zei: ‘Ik wist daardoor dat je vader terug zou keren.’”

DANKBAARHEID, maar ook VERDRIET

Ongeveer een maand lang leefde Lejla’s familie in grote onzekerheid, totdat haar vader ineens terugkeerde, helaas zonder haar oom. Onder verschrikkelijke en levensgevaarlijke omstandigheden, zonder eten, drinken of onderdak, hadden Lejla’s vader en oom in de bossen geleefd. “Ik ben er zo dankbaar voor dat mijn vader kon terugkeren, maar tegelijkertijd ben ik ook verdrietig omdat dat voor mijn oom niet het geval was. Ik ben mezelf er iedere dag van bewust dat het ook voor mijn vader heel anders had kunnen aflopen.”

‘ERKENNEN IS LEREN’

Haar gevoelens omschrijven vindt Lejla moeilijk. Ze merkt dat veel mensen niet volledig begrijpen wat zij en andere mede-Bosniërs hebben meegemaakt. “Ik verwacht niet dat anderen begrijpen wat we hebben meegemaakt, maar het zou helpen als men het zou proberen. Boos zijn is zinloos, maar ik voel soms wel teleurstelling. Doordat de genocide enorm wordt gebagatelliseerd, merk ik dat er nog steeds veel onbegrip is. Dat terwijl we in een land leven die een vrij grote rol heeft gespeeld. Het is belangrijk om te erkennen wat er mis is gegaan, zodat iedereen daar vervolgens wat van kan leren en de slachtoffers de rust krijgen die ze verdienen. Het zou zo zonde zijn als dat niet gebeurt, want zoals alle genociden was ook deze zinloos. Zoiets mag nooit meer gebeuren.”

Portret van Lejla Ibisevic. Foto: Robin de Puy

ZOEKTOCHT NAAR OMA

Ook Adnan Jelacic is een van de 25 Bosnisch-Nederlandse jongeren die terug te zien is op de portretten van het tijdelijke monument. Vanaf zijn twaalfde startte hij met zijn familie de zoektocht naar het lichaam van zijn oma die omkwam tijdens de oorlog in Srebrenica. Iedere zomer gaat Adnan nog steeds naar Bosnië om haar te vinden.

"De laatste persoon die met haar is geweest, was mijn oom. Het laatste wat wij weten, is dat mijn oom aan zijn vrouw doorgaf dat hij met mijn oma was. De twee raakten elkaar kwijt, maar mijn oom vond later het levenloze lichaam van mijn oma en heeft haar daarna begraven. Helaas weten we niet hoe mijn oma is overleden en waar ze begraven ligt. Een maand later werd mijn oom vermoord en nam hij praktisch gezien alle informatie die hij over mijn oma had met zich mee."

'ALS EEN SPELD IN EEN HOOIBERG ZOEKEN'

Iedere zomer verzamelen Adnan en zijn familieleden - die grotendeels verspreid over Europa wonen - zich in Bosnië om de zoektocht naar hun oma te hervatten. "We proberen het verhaal zoveel mogelijk te delen met mensen die daar wonen. Je weet nooit of er een oude vrouw is die met haar is geweest. Mijn familie schakelt ook met verschillende forensische teams, maar we merken dat de focus veelal ligt op gevluchte en gedeporteerde mannen. Doordat het in het geval van mijn oma om een vrouw gaat, merk je dat het een beetje onderaan de lijst komt."

Na al die jaren heeft de zoektocht naar Adnans oma helaas nog geen grote en doorslaggevende ontdekkingen opgeleverd. Dit ondanks alle inspanningen, jaar na jaar, van Adnan en zijn familieleden. "Het voelt als zoeken naar een speld in een hooiberg. We weten via verschillende verhalen van mensen waar mijn oma's lichaam zou kunnen liggen, maar dan sta je daar uiteindelijk en denk je: waar moet je beginnen? "

GROOTSTE WENS

De zoektocht opgeven zal voor Adnan echter nooit een optie zijn. "Ik kan er 'normaal' mee omgaan als iemand een natuurlijke dood sterft. Maar in dit geval gaat het om mijn oma die geen waardig afscheid heeft gekregen en een onmenselijke dood stierf. Mijn grootste wens is om het lichaam van mijn oma te vinden voordat mijn moeder overlijdt. Ik hoop daarmee een einde te maken aan haar traumatische ervaring en het boek af te sluiten op een waardige manier."

Portret van Adnan Jelacic. Foto: Robin de Puy

‘ERKEN ONZE PIJN’

Dat de grootste genocide in Europa na WOII nog maar zo kort geleden plaatsvond, laat zien dat er nog veel te leren valt. Het is bizar als je erover nadenkt dat veel van de jongeren van nu al waren geboren. En toch weten weinig jongeren er iets over. Dat er tot op de dag van vandaag zo weinig aandacht voor is, is dan ook onbegrijpelijk. Zeker in het Nederlandse geschiedenisonderwijs, gezien het aandeel van de Dutchbatters.

Ook het Bosnian Girl-collectief merkt dat jongeren nog steeds weinig tot niets weten over Srebrenica. Vooral als het gaat over de onderbelichte kant van de Bosnische moslims die nog steeds, jaar na jaar, herinnerd worden aan de meer dan 8000 doden. Een stukje erkenning, dat is waar om gevraagd wordt. Daria: "Als het op school behandeld wordt, is het vaak vanuit het perspectief van de Dutchbatters. Begrijp me niet verkeerd, wat die mensen hebben meegemaakt is ook verschrikkelijk. Toch vind ik het niet rechtvaardig, omdat hier ruim 90.000 migranten uit voormalig Joegoslavië leven. Een groot deel daarvan bestaat uit gevluchte Bosniërs. Erken ook onze pijn."

'leg betere verbindingen'

Ook Lejla kan het uit eigen ervaring beamen dat er te weinig aandacht is voor de kant van de Bosniërs. "Ik leerde er op school niks over en ik heb zelfs mijn beste vriendinnen moeten uitleggen wat er allemaal gebeurd is in Srebrenica en waarom wij überhaupt naar Nederland zijn gekomen."

Vergeten wat er is gebeurd, mag niet gebeuren en zeker niet in Nederland. Daarom benadrukt Daria waarom de campagne Srebrenica Is Nederlandse Geschiedenis zo belangrijk is.

"Ik vind het niet de schuld van de jongeren, aangezien zij vaak niet of onvolledig worden onderwezen over wat er in Joegoslavië is gebeurd. Daardoor denken velen van hen dat de laatste genocide in Europa tijdens WOII plaatsvond. Als je betere verbindingen kunt leggen tussen WOII en wat er 25 jaar geleden in Bosnië is gebeurd, dan kunnen jongeren hopelijk beter beseffen wat het gevaar is van racisme, discriminatie, nationalisme en de verre gevolgen die het kan hebben."

Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.

Ster advertentie
Ster advertentie