Student Arton protesteert tegen woningnood: “Een dak boven je hoofd voelt als een luxe”

De woningnood blijft een ramp, zeker voor studenten. Kamers zijn zó schaars en zó duur dat het soms voelt alsof je eerst de loterij moet winnen voordat je ergens kunt wonen.
De Amsterdamse student Arton weet daar alles van. Na maanden zoeken vond hij eindelijk een kamer, maar hij betaalt er bijna zijn hele salaris aan: €900 per maand voor één kamer, zonder huurtoeslag.

Met een inkomen van ongeveer €1000 tot €1300 per maand houdt hij nauwelijks iets over om van te leven. Toch ziet Arton zichzelf nog als één van de gelukkigen — zijn goede vriend, die door chronische klachten niet alleen kan wonen, heeft namelijk nog steeds geen plek. De twee willen graag samen een woning vinden, maar dat is voor studenten bijna onmogelijk. Zodra je met z’n tweeën zoekt, kom je al snel in de dure vrije sector terecht.

Zijn vriend moet nu elke dag meer dan een uur reizen naar school, wat zorgt voor stress en vermoeidheid. “Een dak boven je hoofd is zo’n simpele behoefte, maar het voelt alsof het een luxe is geworden,” zegt Arton.

Daarom loopt hij morgen mee met het landelijke studentenwoonprotest in Utrecht. Hij wil dat studenten zich verenigen en druk zetten op de politiek om échte verandering af te dwingen. Volgens hem is het tijd voor structurele oplossingen: meer studentenwoningen, gebruik van leegstaande panden, investeringen in woningcorporaties en huurtoeslag voor onzelfstandige kamers.

Zijn boodschap is duidelijk: “We moeten laten zien dat dit niet langer kan. Zolang wij stil blijven, verandert er niks.”

Het landelijke studentenwoonprotest vindt plaats op 17 oktober in Utrecht. Meer info vind je op lsvb.nl/studentenwoonprotest.