Slachtoffers van wraakporno en online pesten moeten snellere hulp gaan krijgen

Nog te langzaam

Op dit moment gaat de procedure nog erg langzaam. Als slachtoffer van wraakporno of online pesten schrik je je kapot als je naaktbeelden van jezelf terugziet. Natuurlijk wil je dan alles zo snel mogelijk offline hebben, maar zo makkelijk is dat nog niet. Dit soort beelden verspreiden zich vaak erg snel op verschillende sites die je dan allemaal moet contacteren. Sommige platforms, zoals Facebook en Twitter, zitten ook nog eens in het buitenland en hebben daarnaast allerlei privacyregeltjes.

Wat je uiteindelijk nog kunt doen, is naar de Autoriteit Persoonsgegevens gaan, een ingewikkeld instituut in Nederland, of je gaat naar de rechter. Waarschijnlijk begrijp je het al: dit duurt natuurlijk allemaal erg lang. Soms duurt het maanden voordat zo'n rechtszaak behandeld is, terwijl die beelden zich in de tussentijd maar blijven verspreiden.

Spoedrechtszaak

Vanaf 1 januari 2020 geldt dat wraakporno strafbaar is. Daarvoor staat nu een gevangenisstraf van maximaal 2 jaar. Helaas betekent dit in de praktijk niet dat er ook daadwerkelijk snel gehandeld wordt. Daarom praat de Tweede Kamer vandaag over het versnellen van deze procedure na een wetsvoorstel van minister Dekker van Rechtsbescherming. Vincent legt uit:

"Er moet een soort spoedrechtszaak komen, zodat die sites verplicht zijn om heel snel die filmpjes offline te halen. [...] Het gaat erom dat de schade voor slachtoffers zoveel mogelijk beperkt wordt. Dit om ervoor te zorgen dat Facebook en Twitter niet kunnen zeggen van: 'Wacht nog maar een paar weekjes.' Ze moeten dan met zo'n spoedprocedure binnen 24 uur die filmpjes offline halen."

En de daders dan?

Zo'n spoedrechtszaak is voornamelijk gericht op het offline halen van beelden van slachtoffers. Maar hoe zit het dan met de daders? Het is logisch dat de slachtoffers ook willen weten wie de dader is. Helaas doen platforms vaak lastig vanwege privacy. De NOS schrijft dat minister Dekker hiervoor naar een oplossing aan het zoeken is. En dat is zeker nodig, omdat slachtoffers met die informatie over de dader opnieuw naar de rechter zouden kunnen stappen. Zo kunnen zij ook een schadevergoeding te eisen.

Opschieten!

Het wetsvoorstel van minister Dekker is volgens Vincent naar aanleiding van een petitie van Peter R. de Vries ontstaan. Die startte hij al in 2016 en werd getekend door meer dan 100.000 mensen. "Het staat nu dus eindelijk op de agenda van de Tweede Kamer, maar het duurt allemaal wel erg lang." Helaas kan het zomaar nog langer gaan duren. Het zogenaamde Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) onderzoekt momenteel namelijk nog hoe de procedure eruit komt te zien en wie het uit moet voeren. De resultaten daarvan worden deze zomer verwacht. Vincent:

"Ik verwacht zelf niet dat dat wetsvoorstel voor het einde van dit jaar van kracht gaat. Laten we hopen dat ze een beetje opschieten daar in Den Haag."