Ismail Ilgun maakt voor Pauw een reportage over de maatschappelijke diensttijd

maatschappelijke diensttijd

De maatschappelijke diensttijd houdt in dat jongeren maximaal zes maanden tegen een bescheiden vergoeding als vrijwilliger aan de slag moeten gaan. Zij kunnen dan gaan werken bij de politie, defensie of een andere maatschappelijke organisatie. De diensttijd is niet verplicht, maar jongeren krijgen wel voorrang bij sollicitaties bij de overheid als ze vrijwillig een maatschappelijke stage hebben gedaan. De regering wil hier een budget van 100 miljoen euro per jaar voor beschikbaar stellen.

Geen tijd

Veel jongeren zitten echter niet op te wachten op een maatschappelijke diensttijd, zo vertellen ze in de reportage van Ismail. En hij begrijpt ze, legt hij uit aan Pauw: "Niemand gaat ondertussen hun rekeningen betalen. En waar gaan ze de tijd vandaan halen? Volgens Ismail zou vrijwilligerswerk geen verplichting moeten zijn.

"Als je vrijwilligerswerk gaat doen, je hoort het al: vrij-willig, dan moet je het doen omdat je het zelf wilt."

Niet enthousiast

Ook de mannen van de linkse oppositie vertellen aan de tafel bij Pauw dat ze niet echt enthousiast worden van het idee om een maatschappelijke diensttijd in te voeren. Lodewijk Ascher, Emile Roemer en Jesse Klaver hebben hun twijfels of het een succes wordt. Jesse Klaver zou het beschikbare budget van 100 miljoen euro liever investeren in beter onderwijs. Emile Roemer en Lodewijk Asscher vinden allebei dat maatschappelijk werk uit jezelf zou moeten komen en geen verplichting moet zijn.

Voldoening

Om ook de andere kant van het verhaal te belichten gaat Ismail langs bij Samet. Deze 20-jarige jongen doet al vier jaar vrijwilligerswerk in een bejaardentehuis in Leiden en haalt daar veel voldoening uit. Volgens hem denkt de samenleving teveel aan zichzelf.

"Het geeft een mooi gevoel om de ouderen te laten voelen dat ze niet afgeschreven zijn."