FunX

Ik reed drie uur naar Ter Apel om met vluchtelingen te praten over de situatie

foto: Francesco Sollimafoto: Francesco Sollima
  1. Newschevron right
  2. Ik reed drie uur naar Ter Apel om met vluchtelingen te praten over de situatie

De afgelopen tijd is er veel gezegd en geschreven over de situatie bij het aanmeldcentrum in Ter Apel. Het dorpje ligt in een uithoek van Nederland waar je niet een-twee-drie komt. Het voelt daarom als een mysterieuze plek waar van alles misgaat. Ook mij houdt de situatie al een tijdje bezig, waardoor ik afgelopen maandag tijdens de redactiemeeting voorstelde: "Wat als ik morgen naar Ter Apel rij om asielzoekers te spreken over de situatie?" Zo gezegd, zo gedaan.

First world problems

Nadat ik zag dat het vanaf Rotterdam drie uur rijden was, dacht ik: shit, wat een kl*te eind rijden. Die gedachte laat precies zien hoe geprivilegieerd we eigenlijk zijn als westerlingen. Je druk maken om dat soort dingen is een typisch voorbeeld van first world problems. Drie uurtjes rijden naar Ter Apel is namelijk niets vergeleken met de weg die vele vluchtelingen hebben moeten afleggen voor een veiligere en betere toekomst. Toen ik me dat gelukkig vrij snel realiseerde, zei ik meteen tegen mezelf: "Je bent de laatste die moet zeuren, dus je rijdt er morgen gewoon heen".

foto: Francesco Sollima

Tientallen wachtende mensen onder de partytenten.

Andere realiteit

Dinsdagochtend stapte ik rond 08.00 uur in de auto. Toen ik na zo'n drie uur rijden arriveerde in Ter Apel, dacht ik: oké, is dit het? Het oogt als een vrij rustig dorpje waar weinig aan de hand lijkt. Voordat ik de laatste afslag naar links nam, reed ik nog langs het smalle kanaal Weerdingermond, waar ik zo'n twintig oudere mannen op een rij zag vissen.

Eenmaal de laatste afslag naar links genomen, leek het alsof ik in een andere realiteit terechtkwam. Voor de hekken van aanmeldcentrum Ter Apel zag ik mensen zitten en liggen op een grasveld, wachtend totdat ze eindelijk werden opgeroepen. Tegen de zon en de regen is een soort partytent opgezet als beschutting. Toen ik de parkeerplaats naast het grasveldje opreed, zag ik een man dichtbij een boom op de grond slapen met witte dekens over hem heen. Ik parkeerde mijn auto en liep vervolgens naar de wachtende mensen op het grasveldje.

Andere situatie dan verwacht

De situatie zag er een stuk beter uit dan wat ik een aantal dagen eerder had gezien en gelezen. In eerdere artikelen las ik bijvoorbeeld dat het er vorige week nog erg vies was. Op foto's zag ik dat overal vuilnis lag en er vieze dixi's waren. Daarnaast zou het terrein hebben gestonken naar poep en plas. Al die dingen waren afgelopen dinsdag gelukkig niet het geval. Ook waren er niet honderden asielzoekers aan het wachten voor de poorten van het aanmeldcentrum. Dit keer ging het om tientallen mensen.

Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.

Quote

Ik weet niet wat me te wachten staat en er is veel onduidelijk, dus dat is soms wel frustrerend.

Khaled

Khaled

De eerste persoon die mij vanwege zijn lengte meteen opviel, was de boomlange Khaled* (24). Hij vertelde dat hij samen met zijn neef uit Syrië is gevlucht en sinds een week in een opvanglocatie in Groningen verblijft. Het viel me op dat hij een grijs armbandje droeg. "Die kreeg ik nadat ik me geregistreerd had bij de IND", legde Khaled uit. "Nu ben ik hier in Ter Apel voor mijn volgende afspraak met de Vreemdelingenpolitie."

Huis verwoest en discriminatie

Khaled vertelde me dat het door de oorlog te gevaarlijk was om in Syrië te blijven. "Toen het huis van mijn familie werd verwoest, besloten we te vluchten. Er is geen werk en geen toekomst meer in Syrië." Samen met zijn familie vluchtte Khaled als eerst naar Turkije. "Ik werd daar heel slecht behandeld", zei hij. "Mijn familie en ik kregen met heel veel discriminatie te maken. Er zijn veel Syrische mensen die naar Turkije vluchten. Die komen daar vaak niet aan werk en verblijven op straat. Ik snap dat dat niet fijn is voor het land. Maar het is ontzettend triest dat er door sommige mensen - het gaat zeker en gelukkig niet om álle mensen - wordt neergekeken op Syriërs."

Weken te voet

Khaled besloot uiteindelijk samen met een neef naar Nederland te gaan. Die tocht legden ze grotendeels te voet af en bracht hen door landen als Bulgarije, Servië en Hongarije. Het duurde weken voordat ze vorige week in Nederland arriveerden. "Ik zal die dagen nooit meer vergeten. Het was ontzettend zwaar", vertelde Khaled met een licht hysterisch lachje. "We hebben heel vaak op straat geslapen en soms hadden we dagenlang niets te eten of te drinken."

'Ik ben erger gewend'

Toen ik Khaled vroeg hoe hij sinds zijn aankomst in Nederland is behandeld, antwoordde hij zonder te aarzelen: "Ontzettend goed. Iedereen lacht altijd en de mensen die ik ben tegengekomen waren altijd heel behulpzaam." Khaled wachtte dinsdag in Ter Apel om zijn gesprek met de Vreemdelingenpolitie te kunnen voeren. Hij had echter geen idee wanneer hij aan de beurt zou zijn.

"De kans bestaat dat ik straks weer met de bus terug naar Groningen moet, zonder een gesprek te hebben gehad. Dat betekent dat ik volgende week moet terugkomen. Ik weet niet wat me te wachten staat en er is veel onduidelijk, dus dat is soms wel frustrerend." Ondanks alle onduidelijkheid blijft Khaled kalm en klaagt hij weinig over de omstandigheden. "Ik ben erger gewend na alles wat ik heb meegemaakt in andere landen. Dit is er niets bij."

Terwijl ik op het punt stond om mijn gesprek met Khaled af te ronden, zag ik in mijn ooghoeken mensen met blauwe hesjes eten en drinken uitdelen aan de wachtende mensen. "Ga er naartoe", zei ik tegen Khaled, waarna hij me vriendelijk groette en we elkaar het allerbeste wensten.

foto: Francesco Sollima

Wachtende asielzoekers krijgen eten en drinken.

Ashraf en Mariam

Na mijn gesprek met Khaled stapte ik af op Ashraf* en Mariam*, een Afghaans koppel uit Kabul. Ashraf verblijft al een jaar in Nederland vanwege zijn masterstudie. "We zijn in Ter Apel, omdat we de reden van ons verblijf in Nederland moeten wijzigen. Het was eigenlijk de bedoeling dat ik terug zou keren naar Afghanistan. Doordat de politieke situatie in Afghanistan in de tussentijd is veranderd, kunnen we echter niet terug. Daarom zijn we hier om asiel aan te vragen", vertelde Ashraf.

Quote

Sommigen van onze vrienden moesten zelfs een aantal nachten in de bosjes slapen voordat ze naar een noodopvang konden.

Ashraf

'Angstige tijden'

Ashraf kwam een week voor de val van Kabul - toen de taliban de macht in de Afghaanse hoofdstad overnam - naar Nederland. Ashrafs echtgenote Mariam bleef destijds achter in Kabul. "Het was verschrikkelijk, vooral voor vrouwen", vertelde Mariam. "Ik was daar helemaal alleen, aangezien mijn familie niet meer in Afghanistan woont. Het waren angstige tijden."

Mariam vertelde dat de taliban een reisverbod voor vrouwen had aangekondigd in de tijd dat ze nog in Kabul woonde. "Daardoor was ik ontzettend bang om het land te verlaten." Gelukkig voor Mariam werd de wet niet meteen ingevoerd, waardoor ze naar Nederland kon vluchten. Ze wist een visum voor Pakistan te krijgen en vloog vervolgens in februari vanuit de Pakistaanse hoofdstad Islamabad naar Nederland. "Twee weken nadat ze aankwam in Nederland hoorden we dat het voor vrouwen niet meer was toegestaan om zonder hun echtgenoot of familieleden te reizen", vertelde Ashraf.

foto: Francesco Sollima

Door de lange wachttijden en omdat er weinig te doen is, besluiten sommige mensen een dutje te doen.

'In bosjes geslapen'

Het koppel was maandag al in Ter Apel geweest om zich bij de immigratiedienst IND te registreren. Vrienden die een aantal dagen eerder in Ter Apel waren, hadden Ashraf en Mariam al verteld over hun ervaring. Ze waren dan ook op het ergste voorbereid. "Onze vrienden vertelden dat het heel druk was en dat mensen uren moesten wachten voordat ze werden opgeroepen. Sommigen van onze vrienden moesten zelfs een aantal nachten in de bosjes slapen voordat ze naar een noodopvang konden."

Uren wachten

Ashraf en Miriam arriveerden maandag om 17.00 uur in Ter Apel. "Uiteindelijk moesten we tot 20.00 uur wachten tot we aan de beurt waren", vertelde Ashraf. Vervolgens kregen ze te horen dat ze dinsdagochtend terug moesten komen voor een gesprek met de Vreemdelingenpolitie.

Op het moment dat ik Ashraf en Mariam afgelopen dinsdag sprak, was het al een ontzettend lange dag voor hen. "We zijn al vijf uur aan het wachten voor ons gesprek met de Vreemdelingenpolitie en we hebben geen idee hoe lang het nog gaat duren voordat we aan de beurt zijn", zei Ashraf. "Gisteren observeerde ik de IND-medewerkers en zag ik dat ze heel hard aan het werk waren. Ze zagen er vermoeid uit, maar ze bleven iedereen goed behandelen."

Te gevaarlijk om terug te keren

Het was eigenlijk niet de bedoeling dat Ashraf en Mariam asiel zouden aanvragen. Ashraf studeert namelijk Development en was van plan om na zijn master terug te keren naar Afghanistan. "Het was eigenlijk de bedoeling dat ik terug zou gaan om ngo-werk te doen. De wetenschap dat ik niet kan terugkeren, is verschrikkelijk. We hadden een hoop dromen en plannen voor onze toekomst, maar dat is nu allemaal onmogelijk. Aangezien de taliban in Afghanistan aan de macht is gekomen, is het risico groot dat we daar vervolgd worden of te maken krijgen met enorme discriminatie. Daarom hopen we dat de IND rekening houdt met onze situatie. Het is te gevaarlijk om terug te keren. We missen Afghanistan nog iedere dag en blijven hopen dat het ooit weer mogelijk is om het land te bezoeken."

Quote

Doordat onze families zo lang niets van ons hoorden, dachten ze dat we op zee waren omgekomen.

Yousef en Ibrahim

Yousef en Ibrahim

Na mijn gesprek met Ashraf en Mariam liep ik nog wat rond en vroeg ik wachtenden of ik hen wat vragen mocht stellen. Ik werd door verschillende mensen een aantal keer vriendelijk afgewezen, omdat ze bang waren om in de problemen te komen door met mij te spreken. Van een vrouw kreeg ik te horen: "Ik ben ontzettend geïrriteerd door het lange wachten, dus ik ben niet in de mood, sorry." Dat begreep ik al te goed, dus ik gaf aan dat het geen enkel probleem was.

Uiteindelijk waren de 16-jarige Yousef* en 17-jarige Ibrahim* bereid om met me te spreken. "Kom zitten", zeiden ze, waarna ik naast hen plaatsnam op het grasveldje. Ze vertelden me dat ze uit Syrië zijn gevlucht en inmiddels al een aantal dagen in het aanmeldcentrum Ter Apel verblijven. Aangezien ze geen Engels spraken, was al mijn hoop gevestigd op de Google Translate-app op mijn smartphone. Toen er vanuit het Arabisch uiteindelijk niets klopte van de Nederlandse vertaling, zeiden de jongens: "Zet 'm maar op Turks, dat spreken we ook een beetje." Gelukkig vertaalde Google Translate een stuk beter vanuit het Turks.

foto: Francesco Sollima

Twee wachtende mensen voor de hekken van het aanmeldcentrum in Ter Apel.

Gered door Griekse kustwacht

Yousef, Ibrahim en hun families vluchtten voor de oorlog in Syrië en deden dat, net als Khaled, allereerst via Turkije. Daar verbleven ze een jaar. "We kregen in Turkije met veel discriminatie te maken en er werd constant gedreigd dat we terug zouden worden gedeporteerd naar Syrië." Vanuit Turkije gingen Yousef en Ibrahim uiteindelijk met een rubberbootje naar Griekenland.

"Na acht uur op zee waren we op een gegeven moment op zo'n twee kilometer van het eiland Rhodos. Daar moesten we uiteindelijk gered worden door de Griekse kustwacht", vertelde Yousef, waarna Ibrahim zijn mobiel erbij pakte om een video op Facebook te laten zien. Op de beelden zag ik mensen in nood op een rubberbootje midden op zee. "Dat ben ik", zegt Yousef, wijzend naar iemand die met zijn armen zwaait in de video. Na een aantal seconden was te zien hoe het bootje omsloeg en de inzittenden vervolgens gered werden door de Griekse kustwacht.

Geen contact met familie

"We waren bijna verdronken", vertelde Yousef. "In Griekenland werden we ook heel slecht behandeld. Toen we uit zee waren gered, kregen we niet eens nieuwe kleding of handdoeken. We werden van Rhodos naar het eiland Leros gebracht. Daar moesten we onze vingerafdrukken achterlaten. Als we dat niet zouden doen, zouden we teruggestuurd worden naar Turkije. Dat is wat ons werd verteld. Uiteindelijk werden we anderhalve maand gevangengenomen."

Alles werd van de jongens afgepakt in Griekenland, zoals hun mobieltjes en het geld dat ze bij zich hadden. "Als we vroegen of we contact mochten opnemen met onze families, werd ons dat geweigerd. Doordat onze families zo lang niets van ons hoorden, dachten ze dat we op zee waren omgekomen."

foto: Matteo Sollima

Jonge asielzoekers die in Ter Apel verblijven en om het aanmeldcentrum rondwandelen.

Slechte hygiëne

Na anderhalve maand werden de jongens uiteindelijk op het vliegtuig naar België gezet en vervolgden ze hun weg naar Nederland, waar ze sinds een aantal dagen in het aanmeldcentrum in Ter Apel verblijven. Toen ik hen vroeg hoe het binnen is, antwoordden ze meteen: "Heel goed, er zijn geen problemen. Iedereen is hier vrolijk en we worden heel goed behandeld." Kijkend naar Yousef en Ibrahim kreeg ik het gevoel dat ze uit angst niet alles durfden te vertellen. Na wat door te vragen, gaven ze uiteindelijk toe: "De keuken, toiletten en badkamer zijn wel erg vies."

Dromen

Yousef en Ibrahim vertelden me ten slotte dat ze over twee weken naar een andere plek worden overgeplaatst. "Maar we weten nog niet waar we heen zullen gaan." Op de vraag waar ze uiteindelijk op een dag hopen te gaan wonen, antwoordden beiden: "Het maakt ons niets uit, zolang we onze dromen maar waar kunnen maken." Wat zijn die dromen dan? "Ik wilde in Syrië studeren om dokter te worden. Die droom hoop ik in Nederland waar te maken", vertelde Yousef. "En ik wil politieagent worden", aldus Ibrahim.

Geen garantie

Het feit dat het nu een stuk rustiger is bij het aanmeldcentrum in Ter Apel, komt volgens een IND-woordvoerder doordat de Vreemdelingenpolitie inmiddels meer mensen identificeert en registreert. Volgens Jacqueline Engbers, woordvoerder van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA), is het ook rustiger omdat meer mensen naar een crisisnoodopvanglocatie gebracht kunnen worden. "Veel mensen die de afgelopen dagen voor de hekken sliepen, wensten daar echter geen gebruik van te maken." Die mensen hoopten door buiten te slapen eerder te kunnen beginnen met hun asielprocedure. "Voor het aanmeldcentrum slapen garandeert echter niet dat je eerder aan de beurt bent", aldus Engbers.

Nog veel te verbeteren

Later deze week belde ik nog even met een medewerker van VluchtelingenWerk in Ter Apel. Die kon mij vertellen dat het deze week vrij rustig is gebleven bij het aanmeldcentrum. "Mensen zijn minder bang om hun afspraak bij de Vreemdelingenpolitie kwijt te raken, daarom gaan de meesten nu wel terug naar de crisisnoodopvang." Dat de situatie nu iets rustiger lijkt, neemt echter niet weg dat er nog altijd veel verbeterd moet worden. Een crisisnoodopvang is namelijk verre van ideaal. Vaak zijn het sporthallen of bibliotheken die omgetoverd zijn tot slaapzalen. Er is onder meer weinig privacy en jonge meisjes slapen tussen onbekende mannen.

Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.

Naar de rechter

Vanwege de zorgelijke situatie liet VluchtelingenWerk Nederland deze maand weten naar de rechter te stappen als het Rijk en het COA er niet in slagen om de opvang van asielzoekers vóór 1 augustus aan de wettelijke minimumnormen te laten voldoen. "De manier waarop vluchtelingen nu worden opgevangen, zakt door de humanitaire ondergrens en is schadelijk. De opvang is niet tijdelijk onder de maat, dit is structureel geworden. We gaan dit niet als het nieuwe normaal accepteren", aldus VluchtelingenWerk.

'COA staat op instorten'

De kans lijkt erg klein dat er vóór 1 augustus een verbetering komt. Het NRC meldde deze week namelijk dat het COA "op instorten" staat. Na onderzoek blijkt dat bijna een op de drie COA-medewerkers is uitgevallen. Dat bevestigde het COA ook aan de NRC. De opvangorganisatie geeft aan dat het hen niet meer lukt om aan hun wettelijke taak te voldoen, oftewel asielzoekers op "humanitaire wijze" op te vangen. Het COA laat weten dat het geen oplossing meer ziet voor de situatie door het werken onder hoge druk en de lange dagen.

Volgens het NRC zijn ook de grote achterstanden bij de IND een oorzaak van de problemen. Daardoor verblijven asielzoekers maanden en soms jaren langer in asielzoekerscentra. "Als een verzoek wordt ingewilligd, kunnen ze er bovendien niet weg: gemeenten stellen minder huizen voor asielzoekers beschikbaar dan afgesproken. Ook lukt het COA amper om nieuwe locaties voor asielzoekerscentra te vinden", aldus het NRC.

*Omdat de geïnterviewde asielzoekers nog hun asielprocedure moeten ondergaan en bang zijn dat die belemmerd kan worden, willen ze anoniem blijven. Om die reden zijn hun namen gefingeerd en zijn er geen foto's geplaatst waarop de geïnterviewden te herkennen zijn. Hun echte namen zijn bekend bij de redactie.

Ster advertentie
Ster advertentie