Nijlpaarden van Pablo Escobar blijven Colombia teisteren

Nijlpaarden aan lot overgelaten

In de hoogtijdagen van zijn drugsimperium liet Escobar een privédierentuin bouwen op zijn luxueuze landgoed Hacienda Napoles. Daar had hij verschillende exotische dieren, waaronder vier nijlpaarden. Dat waren drie vrouwtjes en één mannetje om precies te zijn.

Na zijn dood werd het landgoed eigendom van de Colombiaanse overheid, maar de nijlpaarden werden aan hun lot overgelaten. Dat zorgde voor een grote populatiegroei, want inmiddels zijn er al zo'n honderd nijlpaarden in de regio. Aangezien Afrika het oorspronkelijke leefgebied van nijlpaarden is, kan die groei erg gevaarlijk zijn voor het ecosysteem.

Gevaarlijke bacteriën

Volgens wetenschappers zullen er in 2040 zo'n 1500 nijlpaarden zijn. Tegen die tijd zullen de dieren al onomkeerbare schade hebben aangericht aan het ecosysteem. De urine en uitwerpselen van de nijlpaarden blijken namelijk gevaarlijke bacteriën te bevatten. Die zijn giftig en vormen daardoor een bedreiging voor de natuurlijke fauna. Ook zal de nijlpaardenbevolking te groot zijn om onder controle te houden.

Te laat voor bepaalde oplossingen

In gesprek met The Telegraph vertelt ecoloog Nataly Castelblanco-Martínez dat het inmiddels te laat is voor bepaalde oplossingen. "Verplaatsing was misschien dertig jaar geleden mogelijk geweest, toen er nog maar vier nijlpaarden waren." Ook is castratie een moeilijke klus, omdat veel van de nijlpaarden volgens milieuactivist David Echeverri Lopez niet makkelijk te vinden zijn. Zo lukt het hem meestal maar om één nijlpaard per jaar te castreren.

'Maar één oplossing'

Als het aan Castelblanco-Martínez ligt, is er maar één rigoureuze oplossing overgebleven. "Niemand houdt van het idee om een nijlpaard neer te schieten, maar we moeten accepteren dat geen enkele andere strategie zal werken."

Echeverri Lopez hoopt niet dat het zover zal komen. "Er moet een andere oplossing zijn", vertelt hij tegen The Telegraph. "Deze nijlpaarden zijn onderdeel geworden van de lokale identiteit. Maar de tijd dringt."