FunX

Facebook en Twitter bestrijden nepnieuws over corona: wanneer is dit censuur?

foto: Shutterstock
  1. Newschevron right
  2. Facebook en Twitter bestrijden nepnieuws over corona: wanneer is dit censuur?

Besef, sinds de uitbraak van het coronavirus ‘bemoeien’ grote techbedrijven als Facebook en Twitter zich veel meer met de content die er op hun platforms wordt gegooid. Facebook verwijdert nu actief accounts en content met misinformatie over COVID-19 en Twitter doet hetzelfde. Wie via Whatsapp en Messenger (beiden van Facebook) een populair bericht doorstuurt, kan dat tegenwoordig nog maar één keer doen. Hiermee moet voorkomen worden dat nepnieuws snel verspreid wordt. Goed nieuws, zou je misschien denken. Maar moeten we wel willen dat een commercieel bedrijf zich gaat bemoeien met de informatie die wij tot ons kunnen nemen? Waar ligt de grens tussen vrijheid van meningsuiting en censuur?

Facebook en twitter verwijderen content

In de strijd tegen nepnieuws over corona, mengen platforms als Facebook en Twitter zich ineens veel meer met de informatie die via hun website wordt verspreid. Waar de sociale media bedrijven zich eerst niet wilden bemoeien met wat gebruikers op hun platforms plaatsten, hebben ze sinds maart nieuwe maatregelen getroffen.

Zo blokkeert Twitter websites die nepnieuws over COVID-19 verspreiden en promoot het sociale mediabedrijf juist informatie die van betrouwbare bronnen (zoals het RIVM en de Rijksoverheid) komt. Maar ze verwijderen ook berichten waarin mensen dingen beweren die deskundig lijken. Tweets waarin staat dat het gebruik van etherische oliën helpt om te beschermen tegen het coronavirus, zijn bijvoorbeeld ook verwijderd door Twitter.

Ook Facebook checkt inhoudelijk de content die via het sociale mediaplatform wordt verspreid. Ze verwijderen accounts met “schadelijke claims” rondom het coronavirus, zoals het idee dat “het drinken van bleek je geneest van corona.” Deze informatie wordt door nationale, onafhankelijke factcheckers bekeken. Die factcheckers hebben negen mogelijkheden om een bericht te labelen. Als het bericht als onjuist of gedeeltelijk onjuist wordt beoordeeld, dan is zo’n bericht beperkter zichtbaar. Als blijkt dat een account heel vaak onjuiste berichten op Facebook slingert, dan wordt zo’n pagina beperkt en kan dat account ook geen geld meer verdienen via Facebook.

Kritiek op overheid belangrijk

Dit klinkt allemaal heel sympathiek. Nu iedereen nog meer dan eerst met elkaar via online diensten praat, is het wel handig dat we de juiste informatie over COVID-19 krijgen en ons niet gek laten maken met nepnieuws. Maar je kunt je ook afvragen of het wel zo’n goed idee is dat Facebook en Twitter de inhoud van onze content door factcheckers laat beoordelen die vervolgens bepalen of de inhoud wordt beperkt of verwijderd.

Michael Klos is docent aan de Universiteit van Leiden en doet daar ook onderzoek naar vrijheid van meningsuiting op het internet. Hij heeft zijn bedenkingen over deze nieuwe maatregelen. “Natuurlijk willen we voorkomen dat we straks massaal gaan yogaën omdat er op Facebook wordt beweerd dat het helpt tegen corona.” Maar volgens de docent en onderzoeker is de scheiding tussen keiharde desinformatie en bijvoorbeeld kritiek op overheidsmaatregelen vaag. Hij geeft als voorbeeld de discussie rondom het mond-neusmasker dat we vanaf 1 juni in het openbaar vervoer moeten dragen.

Het wetenschappelijk bewijs dat die mondkapjes echt werken tegen de verspreiding van het virus is, zoals Premier Rutte in de persconferentie zei, erg dun. De wetenschap is hier nog over in ontwikkeling, dus volgens Michael is het belangrijk dat we als burgers kritiek mogen leveren op dit soort overheidsmaatregelen. Michael:

“Je moet als burger in een democratie ook de mogelijkheid krijgen om afwegingen te kunnen maken, gebaseerd op informatie die niet alleen maar van de overheid afkomstig is.”

Met andere woorden: het is ons goed recht om informatie te krijgen die niet alleen maar van de overheid komt. Michael benadrukt dat het geven van desinformatie niet verboden is in Nederland. “Als plaatselijke bakker mag je een poster ophangen met daarop ‘COVID-19 bestaat niet’. Het probleem is dat de bakker geen groot bereik heeft, maar op Twitter kan zo’n bericht heel groot worden.” En in hoeverre dat schadelijk is voor het vertrouwen in de overheid en hoe zoiets een bedreiging kan vormen voor de democratie, dat is een vraag waar veel mensen mee worstelen.

Geen sprake van censuur

In Nederland hoeven we ons nog niet zorgen te maken dat we helemaal geen toegang meer hebben tot informatie die kritiek levert op de overheid. Volgens mensenrechtenorganisatie Amnesty International is er in Nederland geen sprake van een overheid die censureert. “In de aanpak van COVID-19 is er wel een aantal dingen waar we vraagtekens bij zetten, zoals bij het privacy vraagstuk van de corona-app, maar dat gaat niet over censuur. Over het algemeen censureert de Nederlandse overheid niet,” zegt Emile Affolter van Amnesty International.

Hij ziet dat Facebook zoekende is wat betreft het checken van nieuwsberichten op feitelijke onjuistheden. Maar voor zover Amnesty International weet, heeft de Nederlandse overheid niet ingegeven om berichten te beperken waarin kritiek wordt geuit richting bijvoorbeeld de mondkapjes-maatregel.

Boete van 9.000 euro

Wel maken ze zich bij Amnesty International zorgen om andere landen waar van de coronacrisis gebruik wordt gemaakt om nieuwe wetten in te voeren waarin online kritiek op overheden wordt beperkt. Zo is er in Rusland sinds begin april een nieuwe wet geïntroduceerd waarin het strafbaar wordt om onjuiste informatie te verspreiden.

“Kritiek op de overheid valt daar ook onder,” vertelt Emile. “Als je die wet overtreedt, riskeer je een boete van maximaal 9.000 euro, een taakstraf of zelfs een gevangenisstraf van maximaal drie jaar.”

In Vietnam helpt Facebook in zulke gevallen mee met het opsporen van deze ‘onjuiste’ informatie. Eind april nog, heeft het sociale mediaplatform toegezegd om dit soort berichten daar te helpen opsporen en verwijderen. “Dat doen bedrijven als Facebook en Google met name zodat ze in die landen actief kunnen blijven. Dat is onacceptabel.”

Regelgeving internationale mensenrechten

Uit een rapport van Amnesty International blijkt dat 10% van de gewetensgevangenen (oftewel politieke gevangenen) in Vietnam vastzit vanwege hun activiteit op Facebook. “Dat zijn dus onschuldige mensen die vastzitten vanwege hun vrijheid van meningsuiting,” aldus Emile.

Emile geeft toe dat het verwijderen van nepnieuws door Facebook een ingewikkelde kwestie is. Ook hij ziet in dat het soms heel belangrijk is om onjuiste informatie te verwijderen van netwerksites met een enorm bereik (in 2018 had Facebook 2,2 miljard unieke gebruikers). Maar Amnesty International is heel duidelijk in de eis die ze stellen rondom het beperken en verwijderen van desinformatie.

“Wat ons betreft houdt Facebook zich aan regelgeving die gebaseerd is op de internationale mensenrechten, niet op de grillen van een nationale overheid.”

Te veel macht voor factcheckers

Hoewel we ons in Nederland misschien nog geen zorgen hoeven te maken dat we helemaal geen alternatieve berichtgeving te zien krijgen via sociale netwerken, is het volgens Michael Klos wel opvallend dat een kleine groep mensen, namelijk de onafhankelijke factcheckers, beslist in hoeverre berichtgeving op Facebook juist of onjuist is. “Hoe zeer ik deze mensen ook vertrouw dat ze het goede proberen te doen, vind ik het best gevaarlijk dat je zoveel macht geeft aan dit kleine groepje mensen.”

Universitair docent Journalistiek & Nieuwe Media Alexander Pleijter, is een factchecker voor het platform Nieuwscheckers, wat onderdeel is van de Universiteit van Leiden. In 2017 werkten zij samen met Facebook om berichten met onjuiste informatie op te sporen. Dat deden ze samen met Nu.nl. "Maar op een gegeven moment kwam Facebook met een contract waar de universiteit zich niet aan wilde of kon houden." Ook Nu.nl stopte er in 2019 mee omdat er juridische haken en ogen aan zaten.

Alexander vindt, net als Michael, dat de groep factcheckers in Nederland groter moet. "Op dit moment werkt er geen Nederlands mediabedrijf met Facebook samen om nepnieuws op te sporen." Hij vertelt dat er wel twee buitenlandse persbureaus zijn, namelijk het Franse AFP en het Duitse bureau DPA, waar twee of drie Nederlandse journalisten voor werken die factchecken op Facebook. "Blijkbaar is er geen Nederlands mediabedrijf meer te vinden die wil samenwerken met Facebook. Ik denk dat de reputatie van Facebook zo slecht is, dat bedrijven zich daar niet meer mee willen mengen." Alexander weet dat mediabedrijven vinden dat de macht van Facebook veel te groot is, en daardoor de advertentiemarkt verpest. Bovendien is het voor Nederlandse mediabedrijven ongemakkelijk om het bereik van berichten van concurrenten te beperken op Facebook.

Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.

doel is niet censuur

Alexander benadrukt dat het doel van factcheckers niet is om te censureren, maar om mensen juist van betrouwbare informatie te voorzien. Daar gaat veel tijd in zitten. "Per persoon kun je maar twee of drie berichten per week factchecken." Bovendien heb je daar specifieke kennis voor nodig, omdat je wetenschappelijke publicaties moet lezen en video's moet kunnen analyseren om te traceren waar ze vandaan komen. Dat kost geld, en dat is in Nederland nog niet rendabel. "Toen wij in dat Facebook programma terecht kwamen, kregen wij ineens betaald, waardoor we ook goede redacteuren konden aannemen. Toen we met Facebook stopten, viel dat weg." Factchecksites zijn niet rendabel volgens Alexander. Zelfs in Amerika, waar het factchecken op veel grotere schaalt gebeurt, komen de meeste inkomsten van donateurs en sponsors.

Whatsapp beoordeelt niet op inhoud maar op volume

Het factchecken via Facebook is in Nederland is in Nederland dus nog niet optimaal. Michael ziet daarom minder problemen in de tactiek die Whatsapp gebruikt om nepnieuws tegen te gaan. Wie een populair bericht via Whatsapp wil doorsturen, kan dat sinds begin april maar naar één chat per bericht doen. Dat doet de chat-app die in handen is van Facebook om te voorkomen dat gebruikers “overrompeld” worden met een grote hoeveelheid berichten en om “de verspreiding van desinformatie te verminderen.”

Omdat de berichten die via Whatsapp worden verstuurd beschermd zijn, kan Whatsapp zelf niet weten welke inhoudelijke content er wordt verstuurd. Wel kunnen ze zien hoe vaak een bepaald bericht wordt doorgestuurd naar mensen.

Objectiever

Nepnieuws wordt veel meer doorgestuurd dan informatie van betrouwbare bronnen omdat mensen die niet via reguliere kanalen ontvangen. Op die manier kan Whatsapp nepnieuws dus ontdekken. Die berichten worden door Whatsapp beperkt waardoor ze nog maar één keer doorgestuurd kunnen worden. “Er wordt dus geen inhoudelijke beoordeling gegeven door Whatsapp, maar alleen gebaseerd op het volume.”

Volgens Michael is die methode objectiever. Want, zo legt hij uit, als je echt wil dat jouw bericht heel veel mensen bereikt, dan kun je het zelf kopiëren en plakken. Zo lang je die doorstuur-knop niet gebruikt, ziet Whatsapp een bericht als die van jou persoonlijk. En die berichten worden niet beperkt.

Grote stap

Hoewel informatie in Nederland volgens Amnesty International over het algemeen niet wordt gecensureerd omdat er geen wetten zijn die de vrijheid van meningsuiting in de weg staat. Maar, “in algemene zin moet je je natuurlijk altijd zorgen maken om de macht van de overheid,” aldus Emile. De nieuwe maatregelen van Facebook en Twitter moeten we volgens Michael niet licht opvatten.

“Informatie over de maatschappij verstrekken is niet verboden. Als je dat als platform probeert te beperken, is dat een grote stap.”

Ster advertentie
Ster advertentie