Nationale ombudsman: gezinnen onvoldoende beschermd bij huisuitzettingen

Mensenrechten

Volgens de mensenrechten hebben gezinnen recht op onderdak. Als er sprake is van een huurachterstand of criminaliteit, kunnen gezinnen echter wel uit huis worden gezet. In dat geval moet de overheid rekening houden met de mensenrechten en mogen gezinnen niet feitelijk dakloos worden door zo'n huisuitzetting.

Dat gebeurt nu niet altijd volgens de ombudsmannen. Zij zeggen regelmatig signalen en klachten te krijgen over de gedwongen uitzettingen van gezinnen.

'Feitelijk dakloos'

Nationale ombudsman Reinier van Zutphen ziet dat mensen die uit huis worden gezet zelf een nieuwe woonplek moeten vinden, omdat ze dreigen dakloos te raken. Als er dan hulp komt vanuit de gemeente, moeten de gezinnen vaak lange tijd op allerlei tijdelijke plekken wonen. "Dan wordt hun leven overleven en kunnen zij niet aan hun toekomst werken. Deze mensen ervaren enorm veel stress en zijn dan feitelijk dakloos", aldus Van Zutphen.

Volgens Kinderombudsman Margrite Kalverboer wordt er ook onvoldoende met kinderen geppraat. "Ze krijgen geen ondersteuning en ze worden niet voorbereid op wat de toekomst gaat brengen. Juist voor kinderen is de impact van huisuitzettingen enorm."

Nieuw beleid

De ombudsmannen adviseren minister De Jonge om nieuw beleid rondom huisuitzettingen. Daarbij moet er goed naar de rechten van gezinnen worden gekeken, bijvoorbeeld door gemeenten te verplichten om een alternatieve woonplek te zoeken. Volgens de ombudsmannen is het onderzoek nu extra actueel, omdat er door de hoge kosten van onder meer energie en eten meer mensen het risico lopen om uit huis te worden gezet.