Nederland heeft laagste plaats ooit op wereldranglijst voor persvrijheid

Nederland is met 22 plekken gedaald op de wereldranglijst voor persvrijheid van Verslaggevers Zonder Grenzen. Vorig jaar stonden we nog op nummer 6, nu is dat nummer 28, wat de laagste plek ooit is. In totaal staan er 180 landen op de lijst, die wordt bepaald aan de hand van onder andere veiligheid, druk door politici en eventuele censuur.

Agressie tegen journalisten toegenomen

De organisatie achter de lijst, originele naam Reporters sans frontières (RSF), schrijft dat de agressie tegen journalisten toeneemt in Nederland, wat vorige maand al werd aangekaart in een rapport door Free Press Unlimited. En dat weegt dit jaar zwaarder bij het opstellen van de ranglijst. "Polarisatie van de publieke opinie met betrekking tot coronabeperkingen en immigratie heeft geleid tot een toename van verbale en fysieke agressie tegen journalisten, met name foto- en cameraploegen", schrijft RSF. Met name vrouwelijke verslaggevers en journalisten van kleur blijken kwetsbaar voor aanvallen, net als journalisten die rapporteren over georganiseerde misdaad.

Peter R. de Vries

De moord op misdaadjournalist Peter R. de Vries is een van de belangrijkste redenen voor de lagere plek van Nederland. Maar ook in minder zware mate werden journalisten vorig jaar aangevallen. Zo werd in het Gelderse Lunteren bijvoorbeeld een persfotograaf in zijn auto in een sloot geduwd, kreeg een Groningse journalist een molotovcocktail door zijn raam en werden op Urk en in Krimpen journalisten aangevallen door kerkgangers. In totaal kreeg meldpunt PersVeilig vorig jaar 272 meldingen van journalisten die werden lastiggevallen of geïntimideerd. In 2020 waren dat er nog 121.

Volgens RSF is het ongekend dat Nederland, dat relatief gunstige omstandigheden voor persvrijheid kent, op plek 22 staat dit jaar. "Nederland heeft sinds 2002 altijd in de top tien gestaan."

Noorwegen bovenaan

Bovenaan de ranglijst staan dit jaar Noorwegen, Denemarken, Zweden, Estland en Finland. Helemaal onderaan staan Iran, Eritrea en Noord-Korea.